Overslaan en naar de inhoud gaan

Master Juridisch

Master Juridisch

Aan de hand van deze handleiding wordt op duidelijke en heldere wijze uitgelegd hoe een onderzoek opgezet kan worden en op welke wijze het schrijven van een rechten scriptie het beste kan worden aangepakt.

1. Inleiding - Scriptie Master Juridisch

Veel studenten zitten elk jaar weer te zwoegen op hun afstudeeronderzoek en het schrijven van hun afstudeerscriptie. Veel studenten missen vaak ook een duidelijke leidraad en een duidelijke handleiding voor het opzetten van een onderzoek en het schrijven van een goede afstudeerscriptie. Hierdoor lopen ze vaak vertraging op en duurt het afstuderen langer dan gepland. Hier wil scriptie.nl een helpende hand bieden door gratis deze scriptiehandleiding ter beschikking te stellen. Aan de hand van dit document wordt op duidelijke en heldere wijze uitgelegd hoe een onderzoek opgezet kan worden en op welke wijze het schrijven van een scriptie het beste kan worden aangepakt. Hierbij gaan we onder andere in op de verschillende soorten onderzoek en de wijze van rapportage. Voor elke grote studierichting hebben we een aparte scriptiehandleiding opgesteld omdat het afstuderen per richting duidelijke verschillen heeft.

Op Scriptie.nl vindt je verder nog handleidingen voor SPSS, onderzoek en statistiek. Alles wat je nodig hebt om het schrijven van een scriptie tot een goed einde te brengen. Ook kun je op Scriptie.nl gebruik maken van een enquêtemanager om statistische onderzoeken voor je scriptie uit te voeren.

1.1 Leerdoelen juridische scripties - Scriptie Master Juridisch

Het schrijven van een scriptie behoort vaak tot het sluitstuk van een opleiding. Het is bedoeld als een oefening en tegelijk een proeve van bekwaamheid, waarbij je een kans krijgt om de kennis en vaardigheden die je tijdens je studie hebt opgedaan in te zetten om (deels) zelfstandig een onderzoek of project op te zetten en uit te voeren. Bij een juridische WO opleiding zijn vaak de volgende leerdoelen aan te wijzen:

  • Het toepassen van verworven kennis in een zelfstandige opdracht
  • Het toepassen van in eerdere jaren opgedane vaardigheden in een zelfstandige opdracht.
  • Het formuleren van een duidelijke probleemstelling.
  • Het duidelijk beargumenteren van de keuzes die je tijdens je onderzoek hebt genomen.
  • Het analyseren van de verzamelde gegevens en verbanden kunnen leggen tussen resultaten en conclusies.
  • Het helder rapporteren in de vorm van een wetenschappelijke tekst waarbij een systematisch overzicht wordt gegeven van het gedane onderzoek.

1.2 Beoordelingscriteria juridische scripties - Scriptie Master Juridisch

Een scriptie en het daarvoor uitgevoerde onderzoek worden op veel verschillende punten beoordeeld. Bepaalde punten gelden natuurlijk alleen voor een specifieke opleiding maar er zijn ook een aantal algemene criteria waarop gelet kan worden. Hiernaast worden ook de criteria gegeven voor de voordracht die vaak naar aanleiding van de scriptie moet worden gegeven. Gebruik deze lijst met criteria als referentie maar ga ook na bij je eigen opleiding welke criteria specifiek voor jou gelden.

De onderstaande punten worden beoordeeld:

(1) De formulering en de analyse van het probleem dat je hebt gekozen;

(2) De wijze waarop het onderwerp behandeld is;

  • De opbouw en de helderheid van het betoog
  • De argumentatie van de beweringen die je in je scriptie naar voren laat komen.
  • De verwerking van alle verzamelde gegevens.

(3) Relevantie van je scriptie voor het vakgebied.

(4) Relevantie voor de praktijk.

(5) Het inzicht dat getoond is in de materie;

(6) De originaliteit;

  • De originaliteit en de moeilijkheidsgraad van het gekozen onderwerp.
  • De vraagpunten die je bij het onderwerp hebt opgeroepen.
  • Het gehalte van de oplossingen en de conclusies die je hebt gesuggereerd.

(7) De stijl, vorm, structuur en taal die je hebt gebruikt.

2. Voorbereiding - Scriptie Master Juridisch

Voordat aan het schrijven van een scriptie kan worden begonnen moet er onderzoek gedaan worden en daarvoor zijn een aantal voorbereidende stappen te nemen. Het begint natuurlijk eerst met de keuze van een onderwerp, hierna moet er een onderzoeksopzet worden geschreven en na goedkeuring kan er begonnen worden aan het daadwerkelijke verzamelen van gegevens door middel van het onderzoek.

2.1 Onderwerpkeuze - Scriptie Master Juridisch

Uit onderzoek blijkt dat veel studenten veel moeite hebben met het vinden van een geschikt onderwerp voor hun scriptie.

Hieronder volgen wat nuttige tips:

  • Gebruik een onderwerp dat je interessant lijkt;
  • Gebruik een onderwerp dat aansluit bij gevolgde keuzevakken en/of seminars;
  • Gebruik een onderwerp dat je tijdens je stageperiode interesseerde;
  • Bekijk de lijsten van scriptieonderwerpen van het departement waarbij je af zult studeren, hieruit ontstaan vaak goede ideeën en je krijgt meteen een goed beeld over het gewenste niveau van je onderwerp
  • Blader door de jaargangen van bijvoorbeeld de NJ, AB, Ars Aequi of een algemeen juridisch tijdschrift om een beeld te krijgen van actuele vraagstukken die spelen.

2.2 Probleemstelling - Scriptie Master Juridisch

De probleemstelling is het uitgangspunt van je onderzoek en om deze reden zeer belangrijk. De probleemstelling verwoordt het probleem of de vraag waarover je scriptie gaat. Het belangrijkste doel is om steeds te proberen om de vragen die opgenomen zijn in de probleemstelling van een helder en krachtig antwoord te voorzien.

Het formuleren van een probleemstelling is een lastig onderdeel van je scriptie, maar daarentegen ook heel interessant.

Belangrijke punten waarop je moet letten zijn:

  • Bondigheid, het is belangrijk om je probleemstelling te beperken tot de belangrijkste aspecten van je onderzoek. Je moet in één zin kunnen vertellen waar je scriptie over gaat. Alles wat niet bijdraagt tot een beter begrip van je onderzoek, leidt af en maakt je onderzoek minder duidelijk.
  • Precisie, de probleemstelling moet uitermate precies zijn, de vraag moet zo geformuleerd zijn dat duidelijk is wat er in de scriptie wordt onderzocht. De probleemstelling onderscheidt jouw scriptie van anderen met een vergelijkbaar onderwerp.
  • Formuleer deelvragen, deze zorgen ervoor dat je de juiste informatie verzamelt en deze kan koppelen aan de juiste conclusies.

2.3 Juridischprudentieonderzoek - Scriptie Master Juridisch

Om alle vragen in je probleemstelling te kunnen beantwoorden is literatuur- en jurisprudentieonderzoek essentieel.

Literatuur- en jurisprudentieonderzoek heeft als doel het selecteren en vinden van bronnen die kunnen helpen bij de beantwoording van de vraag die je in de probleemstelling hebt geformuleerd.

Een paar tips om efficiënt onderzoek te verrichten:

  • Probeer zelf de vragen te beantwoorden en deze goed te beargumenteren. Als je dit hebt gedaan zoek je of jouw ideeën overeenkomen met ideeën van anderen en of anderen jouw argumenten ook gebruiken. Ook vindt je veel nieuwe argumenten en deze helpen je om te blijven nadenken over je vraagstelling en antwoorden. Hierdoor blijf je scherp en kritisch.
  • Begin met het 'beste' en meest recente boek of artikel dat over de materie bestaat, dit verschaft toegang tot belangrijke informatie. Eerst moet je over alle basiskennis beschikken voordat je kunt beginnen met de verdieping.
  • Realiseer voordat je een rechterlijke uitspraak of boek begint te lezen, waar je naar op zoek bent. Zoek gericht naar het antwoord op die vraag.
  • Zorg ervoor dat je al je gebruikte bronnen later terug kunt vinden. Schrijf alles op of maak een extra kopie.
  • Beperk je niet alleen tot je vragen, lees wat ruimer om je vragen heen om zo meer inzicht te krijgen in het onderwerp. Dit kan je inspireren en je bent bezig met het vermeerderen van je kennis.
  • Maak onderscheid tussen formele argumenten en inhoudelijke argumenten. Kijk altijd goed naar de argumentatie en maak hier je eigen afweging bij.
  • Houd je spullen geordend. Hou je aantekeningen, bronnenlijst en kopieën bij in een overzichtelijke map. Dit scheelt tijd en zorgt voor helderheid.
  • Een handige manier om relevante informatie te vinden is de sneeuwbalmethode. Je begint met het lezen van een recent artikel of boek en je zoekt naar de literatuur waar het artikel of het boek naar verwijst, en gaat zo door.
  • Het internet is een bron van informatie, alleen zorg er wel voor dat je betrouwbare informatie gebruikt. Denk hierbij aan de officiële website van de Tweede Kamer, Ministeries, de Europese Unie enzovoorts.
  • Als je vaak jurisprudentie bij je onderzoek betrekt, is het handig om een aparte jurisprudentielijst te ontwikkelen.

3. Dataverzameling - Scriptie Master Juridisch

Dit hoofdstuk gaat in op de manier waarop je een scriptieonderzoek opzet en uitvoert. Voor het doen van onderzoek zijn veel verschillende methoden te gebruiken maar bij een juridisch onderzoek wordt er vaak een literatuur- en jurisprudentieonderzoek uitgevoerd. Daarnaast kan ook praktijk onderzoek uitgevoerd worden en welke methoden hiervoor gebruikt worden ook kort even toegelicht.

3.1 Rechtsvergelijking - Scriptie Master Juridisch

Een scriptie moet in veel gevallen een rechtsvergelijkende component bevatten. Deze component moet tenminste 10 procent van de scriptie uitmaken. Je mag kiezen uit het bespreken van Internationaal of Europees recht of je kunt één buitenlands rechtsstelsel kiezen. Deze moet je vergelijken met het Nederlandse recht.

Het kan voorkomen dat jouw onderwerp zich niet leent voor een rechtsvergelijkende benadering, indien dit het geval is kun je het beste contact op nemen met je scriptiebegeleider.

3.2 Literatuuronderzoek - Scriptie Master Juridisch

Voordat je begint aan literatuuronderzoek maak je voor jezelf duidelijk waar je naar op zoek bent. Formuleer duidelijke vragen bij het onderwerp dat je onderzoekt en probeer hier steeds een antwoord op te vinden. Maak ook een lijst met punten waarvan jij vindt dat die punten in je scriptie besproken moeten worden. Probeer dit zo nauwkeurig te doen en baken je onderwerpen zoveel mogelijk af. Het helpt ook om meteen al een opzet met indeling per hoofdstuk te maken van je scriptie, zo kun je steeds dingen bijvoegen en veranderen indien nodig. Zo kun je meteen zien wat er nog moet gebeuren en hoe het totaalplaatje eruit komt te zien. Je kunt ook opmerkingen bij je teksten zetten, je kunt oude en nieuwe versies vergelijken, en opnieuw herschrijven zodat je scriptie één geheel wordt.

Vergeet niet je bronnen te noteren!

Literatuur- en jurisprudentie onderzoek wordt gebruikt voor de meerderheid van de juridische teksten. De bronnen die hiervoor gebruikt worden zijn het internet, overheidspublicaties, jurisprudentie, boeken en artikelen uit tijdschriften.

Juridische teksten lijken vaak te informeren, maar vaak hebben zij ook een overtuigend karakter. Dit karakter hebben zij te danken aan degene die het argument heeft geformuleerd, om deze reden is het zeer belangrijk om een goede afweging te maken van je gebruikte bronnen.

Juristen onderscheiden globaal gezien twee bronnen, namelijk formele rechtsbronnen en andere rechtsbronnen.

De formele rechtsbronnen zijn het belangrijkste, het zijn het verdrag, wet en jurisprudentie. De andere bronnen zijn boeken, statistieken, artikelen, opiniebladen, enzovoorts.

Het gebruik van deze bronnen is belangrijk voor de geloofwaardigheid van je scriptie.

3.3 Onderzoeksmethoden - Scriptie Master Juridisch

Typen onderzoek

Er zijn veel soorten onderzoeken die je uit kunt voeren. Welke aanpak je kiest heeft vooral te maken met het onderwerp wat je uit hebt gekozen. Hieronder volgt kort een beschrijving van de verschillende soorten onderzoek.

  • Beschrijvend onderzoek: Bij beschrijvend onderzoek probeer je een bepaald verschijnsel zo compleet mogelijk in kaart te brengen. Hier heb je vooraf vaak geen hypothese of theorie voor handen. Onderzoeksvragen die je vaak terug ziet bij beschrijvend onderzoek zijn de 'wat' en 'hoe'-vragen.
  • Explorerend onderzoek: Hierbij voer je een onderzoek waarbij vaak al ideeën zijn over mogelijke verbanden en je beschikt vaak al over enige kennis. Vragen die hier vaak voorkomen zijn de 'waarom' en 'hoe komt dat' vragen. Het uiteindelijke doel van dit soort onderzoek is tot het komen van een theorie of hypothese.
  • Toetsend onderzoek: Bij toetsend onderzoek ga je na of een hypothese die is afgeleid uit een bepaalde theorie klopt dan wel juist is.
  • Constructief onderzoek: Bij dit soort onderzoek gaat het vaak om de voorbereidingen die worden getroffen voor het opzetten van een plan. Denk hierbij aan onderzoek wat wordt gedaan voor beleidsplannen. Vaak mond dit uiteindelijk uit in een aantal aanbevelingen waarmee zo'n plan wordt ontworpen.

3.4 Methoden van dataverzameling - Scriptie Master Juridisch

Er zijn verschillende manieren van dataverzameling aan te wijzen, de één is natuurlijk beter geschikt voor een bepaald type onderzoek dan de ander. Hiernaast zijn er kwantitatieve methoden aan te wijzen en kwalitatieve methoden. Bij kwantitatieve methoden verzamelt de onderzoeker voornamelijk cijfermatige gegevens en deze worden met statistische technieken geanalyseerd. Hiertegenover staan de kwalitatieve methoden, dit zijn meestal onderzoekstechnieken die 'zachtere' gegevens opleveren waarbij de beleving van respondenten centraal staat. Hieronder volgt een korte beschrijving van de verschillende soorten van dataverzameling.

Kwantitatieve methoden

Surveyonderzoek

De methode wordt gebruikt om opinies, houdingen, kennis of meningen bij grote groepen mensen te meten. Dit wordt vaak gedaan door middel van enquêtes of vragenlijsten. Bij dit soort enquêtes wordt vaak gebruikt gemaakt van schalen, waarbij de deelnemer (vaak respondent genoemd bij dit soort onderzoeken) bij een vraag kan kiezen uit een beperkt aantal antwoordmogelijkheden (bijvoorbeeld keuze uit vijf antwoordenmogelijkheden). Voor scriptieonderzoek wordt vaak gebruikt gemaakt van de mogelijkheid om een internetenquête op te zetten, hiermee heb je vaak een groot bereik en wordt de data vaak al overzichtelijk gepresenteerd door het enquêteprogramma.

Secundaire analyse

Bij deze methode wordt gebruik gemaakt van al bestaande datasets, dus onderzoeksgegevens die al door andere onderzoekers zijn verzameld. Deze vorm wordt ook wel kwalitatief bureauonderzoek genoemd. Het grootste voordeel van deze methode is natuurlijk dat je niet zelf het onderzoek hoeft te doen, nadeel is wel dat je vaak niet een dataset vindt die aan je specifieke eisen voldoet.

Experimenteel onderzoek

Bij deze vorm van onderzoek wordt vaak een experiment opgezet om een bepaalde hypothese te testen. Hierbij is sprake van een effectmeting, je meet hierbij het effect van X op Y, dit wordt dan vaak een causaal verband genoemd. Ook wordt over het algemeen gebruik gemaakt van een experimentele situatie, op deze manier kun je de controle over de situatie houden. Bij experimenteel onderzoek wordt niet gesproken over respondenten maar over proefpersonen.

Lees hier alles over een kwantitatief onderzoek doen

Kwalitatieve methoden

Observatieonderzoek

Bij observatieonderzoek wordt gebruikt gemaakt van systematische waarneming van bepaalde gedragingen van over het algemeen kleine groepen personen. Hierbij wordt alleen gelet op gedragingen die voor het onderzoek interessant zijn.

Open interview

Interviews worden vaak gehouden bij onderzoeken waar de onderzoeker de beleving of motieven van een respondent wil achterhalen. Vaak vindt dit plaats in de vorm van een tweegesprek maar het open interview kan ook in groepsvorm plaatsvinden.

Literatuuronderzoek

Bij literatuuronderzoek ga je op zoek in bestaande literatuur zoals boeken, tijdschriften, kranten, internet, bestaande onderzoeksverslagen etc. Vaak voer je literatuuronderzoek aan het begin van je onderzoek uit om je onderwerp af te bakenen en om je onderzoeksopzet op te kunnen stellen.

Lees hier alles over een kwalitatief onderzoek doen

3.5 Operationalisatie - Scriptie Master Juridisch

Zodra je een methode hebt uitgekozen dan kun je de volgende stappen zetten om je onderzoeksmethoden uit te werken:

  1. Je ontwikkelt de begrippen van je onderzoek uit tot meetbare instrumenten, deze fase heet operationalisatie.
  2. Je hebt in je onderzoeksopzet je populatie (de groep waarover je onderzoek gaat) afgebakend en nu maak je van deze groep een deelverzameling, je trekt hierbij een steekproef.
  3. Verder kun je nu op grond van de operationalisatie en steekproef al wat zeggen over de bruikbaarheid, geldigheid en herhaalbaarheid van de resultaten.

3.6 Conclusies - Scriptie Master Juridisch

Nadat je door middel van één (of meerdere) van de onderzoeksmethoden de gegevens hebt binnen gehaald zal je de resultaten uiteindelijk moeten analyseren en betrekken op de probleemstelling en de gebruikte theorieën. Dit doe je door de vragen die je in je probleemstelling hebt gesteld helder en duidelijk te beantwoorden. Wanneer je hypothesen hebt gesteld dan dien je aan te geven in hoeverre deze worden bevestigd of weerlegd. De resultaten van deze fase vormen dan de uiteindelijke conclusies van je onderzoek. Vaak wordt er ook nog ingegaan op de volgende vragen:

  • Zijn de resultaten generaliseerbaar voor de hele populatie en niet alleen voor de onderzochte steekproef?
  • Wat zeggen de onderzoeksresultaten over de gebruikte theorie?
  • Op welk gebied zijn de onderzoeksresultaten gelijk aan die van andere auteurs, wanneer stemmen ze overeen en waarin verschillen zij en hoe is dat te verklaren?
  • Wat heeft het onderzoek toegevoegd aan de kennis die er al is over het onderwerp?
  • Welke beleidsaanbevelingen of voorspellingen kunnen er gedaan worden?

4. Rapportage - Scriptie Master Juridisch

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd waarop gelet moet worden tijdens het daadwerkelijke schrijven van de scriptie. Hier wordt ingegaan op de opbouw en structuur van een scriptierapport, de scriptie-indeling, omvang en literatuur- en bronvermelding.

4.1 Algemene schrijfstijl - Scriptie Master Juridisch

Wanneer je het onderzoek hebt afgerond en je conclusies hebt getrokken is het tijd om deze informatie tot een duidelijk, leesbaar en helder betoog te verwerken. In welke vorm je dit doet is afhankelijk van het onderwerp dat je hebt gekozen en of je een ontwerpopdracht hebt gedaan of een onderzoek hebt uitgevoerd. Waarschijnlijk heb je in de voorbereidende fase al een voorlopige hoofdstukindeling opgesteld en deze kan je dus goed gebruiken om de resultaten weer te geven. Het belangrijkste is dat je het verhaal logisch opbouwt en een duidelijke structuur aanhoudt zodat de lezer je betoog goed kan volgen. Een goede manier om dit te doen is door bij elk hoofdstuk in een korte inleiding aan te geven waar het hoofdstuk over zal gaan en door duidelijke aan te geven hoe dit in het geheel van je onderzoek past. Verder is het aan te raden om kort en bondig je betoog te doen, schrijf hier per paragraaf in één zin wat er in die paragraaf moet komen te staan. Aan de hand van deze steekwoorden bouw je vervolgens je paragraaf op. Gebruik hiervoor de gegevens die je nodig hebt om je probleemstelling te kunnen beantwoorden. Hiermee voorkom je dat je onnodig gaat uitweiden waardoor de kern van je verhaal minder goed overkomt. Verder is het aan te raden om de concept versie van je scriptie kritisch na te kijken maar dit ook door anderen te laten doen. Laat dit ook door verschillende mensen doen om op deze wijze te kijken of het door iedereen te snappen is en niet te technisch of ingewikkeld wordt voor sommige lezers.

4.2 Scriptie-indeling - Scriptie Master Juridisch

Een scriptie kan op de volgende manier ingedeeld worden, dit is een vrij algemene indeling en hiervan kan natuurlijk afgeweken worden naar gelang het onderwerp dat vereist.

  • Titelpagina met daarop de titel, naam van de auteur, universiteit en faculteit, studierichting, inleverdatum en de naam van begeleider.
  • Samenvatting.
  • Inhoudsopgave.
  • Inleiding met daarin het doel, onderwerp en probleemstelling van de scriptie.
  • Weergave en argumentatie van de gebruikte methode / werkwijze.
  • Weergave en argumentatie van de gehanteerde theorie .
  • Weergave van de onderzoeksresultaten en de analyse.
  • Conclusie en/of aanbevelingen.
  • Literatuur- en bronverwijzingen.

4.3 Omvang - Scriptie Master Juridisch

De omvang van een scriptie verschilt vaak per opleiding maar over het algemeen wordt er voor een bachelorscriptie gericht op ongeveer 25 pagina's tekst (ongeveer 20.000 woorden)en bij een masterscriptie gericht op zo'n 35 tot 65 pagina's tekst (tussen de 20.000 en 40.000 woorden). Dit is exclusief inhoudsopgave, titelblad etc. Ga natuurlijk bij je opleiding na of dit ook voor jou geldt. Een grotere scriptie is niet altijd beter dan een kleine scriptie. Je kan beter een scriptie schrijven waarbij je zonder al teveel uitweidingen je betoog doet want vaak laten beoordelaars zich niet door de omvang van een rapport imponeren. Probeer ook niet over het maximale aantal woorden te gaan wanneer je dit niet goed kan beargumenteren.

Hieronder volgen nog een aantal punten die je scriptie absoluut moet bevatten.

  • Een goed leesbare en consequente lay-out.
  • Paginanummering
  • Consequente opmaak van hoofdstuk- en paragraaftitels.
  • Het ontbreken van spel- en typefouten
  • Een correct gebruik van interpunctie
  • Functioneel gebruik van grafieken, schema's of tabellen waar in de tekst naar wordt verwezen

Functioneel gebruik van opsommingen

4.4 Literatuur- en bronvermelding - Scriptie Master Juridisch

Aan het eind van je scriptierapport voeg je een literatuurlijst en bronvermelding toe. Het is belangrijk om zo goed mogelijk te verwijzen naar de bronnen die je hebt gebruikt om de controleerbaarheid van je werk te vergroten. Op deze lijst zet je in alfabetische volgorde de literatuur die je hebt gebruikt, let er wel op dat je alleen de literatuur in de lijst zet die je daadwerkelijk hebt gebruikt voor je verslag. Verder verwijs je ook in je betoog zelf naar de bronnen die je hebt gebruikt, dit kan op de volgende manier, (eerste achternaam van de auteur, jaartal waarin de publicatie is verschenen, pagina's waar je de informatie kan terugvinden). Als er niet naar een specifiek stuk wordt verwezen dan laat men de verwijzing naar de pagina's meestal achterwege.

In de literatuurlijst worden bronvermeldingen over het algemeen als volgt opgenomen:

Voor boeken geldt

Achternaam, voorletter auteur. (datum van publicatie). Titel (cursief). Uitgeverij

Voorbeeld:

Jansen, A. (2014). Scripties schrijven. Amsterdam: Uitgeverij onderwijs.

Voor tijdschriften geldt

Achternaam, voorletter auteur. (datum publicatie). Titel artikel. Titel tijdschrift (cursief), jaargang/volume (issue, 1e periodiek), pagina's waar het artikel te vinden is.

Voorbeeld:

Jansen, A. (2021). Onderzoek en scripties. Tijdschrift voor scriptieonderzoek, 10(1), 35-37.

Voor internet bronnen geldt

Achternaam, voorletter auteur (datum publicatie). Titel (online). Plaats, uitgever. Beschikbaar op: (datum waarop het document werd geraadpleegd)

Voorbeeld:

Jansen. A (2020). Online handleiding scriptie schrijven (online). Amsterdam, Online scriptie instituut. Beschikbaar op: http://www.scriptieinstituut.nl/handleiding (Bekeken op 2 juni 2021).

Voor e-mail berichten geldt

Afzender (e-mailadres van afzender). (dag maand jaar). Onderwerp van het bericht (cursief). E-mail naar (e-mailadres van ontvanger).

Voorbeeld:

Jansen, A (albert@scriptie.nl). (02 juni 2021). Hulp met scripties. E-mail naar Jansen, B (jansen@scriptieinstituut.nl).

4.5 Bronvermelding in juridische scripties - Scriptie Master Juridisch

In juridische literatuur wordt veel gewerkt met noten waarmee wordt verwezen naar rechtspraken. Om de controleerbaarheid en daarmee ook de kwaliteit van de juridische scriptie te verhogen moeten de gebruikte noten relevant zijn en moet het aanhalen van geraadpleegde literatuur op consistente wijze gebeuren. Hieronder volgt een kort voorbeeld van een correcte citeerwijze.

In het betoog:

'Zoals de Hoge Raad 1) eerder besliste..'

Hierbij moet de noot als volgt zijn: 1) HR 11 juni 2018, BNB 2018/123

In het betoog:

'Jansen 2) is van mening dat...'

Hierbij moet de noot als volgt zijn: 2) Jansen, A., Recht en scriptie, tweede druk, Utrecht 2000, blz..

Vaak is het aan te raden om te verwijzen naar bepaalde boeken waarvan de feiten eigenlijk algemeen bekend zijn. Mochten er bijvoorbeeld toch afwijkende standpunten denkbaar zijn dan is het wel aan te raden om toch een verwijzing te maken.

In het betoog:

'Hierbij gaat men er vanuit dat er voor deze zaak een overeenkomst nodig is 3)..'

Hierbij moet de noot als volgt zijn: 3) Dit wordt door de meeste schrijvers aangenomen, zie A. Jansen, Recht en scriptie, tweede druk, Utrecht 2000, blz...'